Insignia Beugel | Eschpark 9, 7131 TG Lichtenvoorde | +31 (0) 544 371260



Veel Voorkomende Orthodontische Afwijkingen



  • Klasse II

    Een Klasse II relatie kenmerkt zich door een abnormale beet relatie waarin het lijkt of de bovenkaak of de boventanden te ver naar voren staand ten opzichte van de onderkaak. De feitelijke situatie is meestal te wijten aan het terug liggen van de onderkaaak of wordt veroorzaakt door een te kleine onderkaak. Klasse II afwijkingen vertonen gewoonlijk een convex gezichtsprofiel met een terugliggende kin. De reden van deze situatie kan liggen in erfelijke eigenschappen of gewoonten zoals duimzuigen.

  • Klasse III

    Een Klasse III probleem kent bijna altijd een erfelijke oorzaak. In dit geval liggen de onderkaak en de ondertanden tanden vóór die van de bovenkaak. De onderkaak lijkt buitensporig groot te zijn, maar in sommige gevallen kan de bovenkaak ook bijdragen aan de afwijking doordat deze terug ligt of onderontwikkeld is. Er zijn verschillende behandelingen om een klasse III probleem op te lossen, afhankelijk van de oorzaak. De behandeling kan varieren van een stimuleren van de bovenkaaks groei op vroege leeftijd, soms alleen vaste apparatuur maar bij een echte overontwikkeling van de onderkaak is een chirurgische oplossing toch de beste.

  • Pseudo Klasse III

    Een Pseudo klasse III, in het bijzonder bij jongere patiënten, is een gevolg van het afschuiven van de tanden waardoor het lijkt alsof de onderkaak naar voren ligt. Doordat de tanden van de boven- en onderkaak niet optimaal zijn uitgelijnd schuift de onderkaak naar voren ten opzichte van de bovenkaak. Vroeg ingrijpen is dan noodzakelijk om een abnormale groei of positie van zowel de boven- als onderkaak te voorkomen.

  • Ruimtegebrek

    Ruimtegebrek(crowding in het Engels) van de tanden is waarschijnlijk de meest voorkomende orthodontische afwijking. Hoewel veel factoren kunnen bijdragen aan het ruimtegebrek kun je het eigenlijk samen vatten door het te beschouwen als een verschil in grootte van de tanden in verhouding tot de ruimte in elke kaak.

    Ruimtegebrek is vaak onderdeel van andere orthodontische problemen. Ruimtegebrek kan de oorzaak of het gevolg zijn van andere problemen, zoals niet doorgebroken tanden, het klem zitten tanden, of doordat tanden niet op een normale manier wisselen. Een kruisbeet van de voorste tanden of van de kiezen kan ook leiden tot een gebrek aan ruimte.

  • Ruimteoverschot

    ruimte tussen de tanden( in de volksmond “het fietsenrek”) is een ander veel voorkomend probleem, dat een orthodontische behandeling noodzakelijk maakt. Net als bij ruimtegebrek is er sprake van een disharmonie tussen de grootte van de tanden en de ruimte in de kaak. Ruimte overschot kan zowel in debovenkaak als de onderkaak optreden maar ook zowel voor- als achterin bij de kiezen. Tand grootte verschillen, zoals kleinere tanden of abnormaal gevormde tanden(kegeltanden) kunnen de reden zijn van ruimteoverschot.

  • Openbeet

    Een open beet kan zowel optreden bij de snijtanden als bij de kiezen. Bij een frontale openbeet is er geen sprake van een normale verticale overlap van de snijtanden. Meestal wordt een open beet verorzaakt door gewoontes zoals duim- of vingerzuigen of tongpersen tegen de voortanden. Een openbeet bij de tanden kenmerkt zich door het niet raken van de keizen op elkaar waardoor het kauwen lastiger gaat.

  • Diepe Beet

    Een diepe beet is ook wel bekend als overbeet. Bij een diepe beet overlappen de bovensnijtanden die van de onderkaak helemaal of voor een te groot deel. Soms bijten de ondertanden tegen het verhemelte dicht met beschadiging van het tandvlees als gevolg. Soms kan een verschil tussen de lengte van de boven- en onderkaak de oorzaak zijn voor dit probleem waardoor de voortanden overmatig kunnen uitgroeien voordat ze contact maken.

  • Tandvlees Lach

    Wanneer er bij het lachen teveel tandvlees zichtbaar is noemen we dit ook wel een gummy smile. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom er teveel tandvlees zichtbaar is. Bij de faciale analyse stellen de orthodentisten vast waaraan het ligt. Er zijn verschillende behandelopties voor dit probleem. In extreem ernstige gevallen kan een operatie nodig maar meestal kunnen we de problemen met Insignia op lossen.

  • Kruisbeet

    Een kruisbeet bij de kiezen zal meestal het gevolg van een smalle bovenkaak of een abnormaal brede onderkaak. Een smalle bovenkaak kan een patiënt dwingen om de onderkaak naar voren of naar opzij te verplaatsen bij het sluiten om stabiel dicht te kunnen bijten. Als je dan dichtbijt bevinden de onderste kiezen zich buiten de bovenste rij kiezen.

    Een kruisbeet bij de kiezen kan aan één kant of aan twee kanten bestaan. Ook bij de voortanden kan er sprake zijn van een kruisbeet die we dan ook wel een omgekeerde overbeet noemen.

  • Class II


    Class II problems represent an abnormal bite relationship in which the upper jaw and teeth are located in front of the lower jaw and teeth. Class II patients usually exhibit a convex facial profile with a recessed chin. In most cases, this relationship is due to inherited characteristics.

    A skeletal Class II problem occurs when the upper back molars are forward of the lower back molars. This gives the patient the appearance of having a recessed lower jaw, a protruding upper jaw, or both.

    Class III


    Class III problems are also primarily genetic in origin. In this instance, the lower jaw and teeth are positioned in front of the upper jaw and teeth. The lower jaw may appear to be excessively large, but in many cases the lack of upper jaw development is at fault. Several treatment options are available to correct a Class III problem.

    Pseudo Class III


    Pseudo Class III, particularly in younger patients, is a function of habit rather than hereditary factors. A misaligned bite may cause the lower teeth to bite forward of the upper teeth, giving the appearance of a Class III. Interceptive treatment is imperative to prevent abnormal growth of both the upper and lower jaws.

    Crowding


    Crowding of the teeth is probably the most common orthodontic problem. Although many factors contribute to dental crowding, this problem typically stems from a discrepancy between the space in each jaw and the size of the teeth.

    Crowding is often one of several orthodontic problems. Crowding can be the cause or result of other problems, such as impacted teeth, retained teeth or teeth that do not naturally fall out. Crossbite of the front or rear teeth can also cause the teeth to become crowded.

    Spacing


    Spaces between teeth are another common problem associated with the need for orthodontic care. Like crowding, spacing may be related to a tooth-to-jaw size disharmony. Spacing may occur between the front and the back teeth. Tooth size discrepancies, such as smaller teeth or abnormally shaped teeth, or tongue thrust habits can also create abnormal spacing.

    Openbite


    An openbite can occur with the front teeth, known as an anterior openbite or with the back teeth, referred to as a posterior openbite. An anterior openbite is the lack of vertical overlap of the front teeth and can usually be traced to jaw disharmony or habits such as thumb sucking or the thrusting of the tongue against the front teeth. A posterior openbite is a problem in which the back teeth do not meet vertically, which keeps the jaw from functioning properly.

    Incisor Overbite


    Also known as a deep bite, incisor overbite is excessive vertical overlapping of the front teeth and is generally found in association with a discrepancy between the length of the upper and lower jaws. It usually results in excessive eruption of the upper or lower incisors, or both.

    Excessive Gingival Display


    Also known as a gummy smile, this orthodontic problem gives the appearance of excessive exposed gums on the upper arch. There are several treatment options for this problem. It may simply involve lifting the upper front teeth using braces to help reduce the excessive gum display. In more severe cases with a jaw discrepancy, surgery may be necessary to lift the upper jaw to help reduce the excessive exposure of the upper gum tissue.

    Crossbite


    A posterior crossbite will usually result from a narrow upper jaw or abnormally wide lower jaw. A narrow upper jaw will often force a patient to move the lower jaw forward or to the side when closing into a stable bite. When closed into this accommodating position, the lower teeth are located outside the upper teeth.

    A posterior crossbite can involve one side of the jaw, known as a unilateral crossbite, or both sides of the jaw, known as a bilateral crossbite.

    Insignia Beugel Eschpark 9, 7131 TG Lichtenvoorde
    +31 (0) 544 371260 Fax +31 (0) 544 378254